3.5. Seksuele identiteit

Je unieke identiteit

Iedereen is anders. Jij ontwikkelt jouw unieke identiteit. Ook jouw seksuele identiteit is uniek. Die ontwikkel je op basis van deze genderkoekonderdelen. Het recept van jouw seksuele identiteit wordt dus bepaald door jouw geslacht, jouw genderidentiteit, jouw genderexpressie en jouw seksuele oriëntatie. 

LGBTI of SOGIESC?

Om genderdiversiteit en geslachtsdiversiteit aan te duiden gebruiken we het letterwoord LGBTI. Er kan ook nog een ‘Q’ tussen geplaatst worden, waarbij de Q dan staat voor queer. Soms wordt er een ‘+’ achteraan geplaatst. De plus staat dan voor alle personen en groepen die buiten de (cis)gender- en heteronorm vallen, maar niet onder 1 van de genoemde letters. De keuze voor welke letters je gebruikt hangt af van doelgroep waarover je spreekt. Soms kan dit een weloverwogen keuze zijn, soms gebruikt men meteen het volledige letterwoord om de volledige gemeenschap aan te spreken.

Een meer allesomvattende term is SOGIESC. Deze internationale term staat voor Sexual Orientation (seksuele oriëntatie), Gender Identity and Expression (genderidentiteit en –expressie), and Sex Characteristics (geslachtskenmerken). SOGIESC kan een alternatief zijn voor LGBTIQ+, omdat het in een kort letterwoord op een meer effectieve manier kan verwijzen naar het brede spectrum, zonder steeds extra letters te moeten toevoegen.