Module 1 - Globale kennis & bewustzijn
Module 2 - Plan(t) jouw beleid
Module 3 - LGBTI+-vriendelijk HR beleid

Inclusief taalgebruik

Oefening: inclusief taalgebruik op de werkvloer

Maarten werkt al 15 jaar als tuinaannemer. Sinds enkele maanden is hij trans man. Wanneer Maarten een klant tegenkomt waar hij vorig jaar mee samenwerkte, legt hij zijn situatie uit. De klant reageert heel positief. Even later hoort Maarten de klant met zijn collega’s over hem spreken. De klant zegt: “Ik vind het heel knap dat ze die keuze gemaakt heeft. Het zal vast een intensief traject geweest zijn voor haar.” 

Ondanks de warme reactie van de klant, voelt Maarten zich niet goed. Wanneer de klant met zijn collega’s over hem praat, verwijst de klant naar Maarten met ‘haar’ en ‘zij’. Door naar Maarten te verwijzen als een vrouw, ontkent de klant (onbewust) Maartens nieuwe genderidentiteit.

Tips met inclusief en genderneutraal taalgebruik

  • Gebruik ‘partner’ in plaats van ‘echtgenoot’ of ‘echtgenote’.
  • Gebruik ‘ouder’ in plaats van ‘moeder’ of ’vader’.
  • Vraag alleen naar het geslacht van personen als het echt noodzakelijk is.
  • Voeg een derde antwoordmogelijkheid toe, zoals ‘andere’ of ‘x’ wanneer je polst naar het geslacht of genderidentiteit van personen.
  • Voorzie in een mogelijkheid om het geslacht in documenten op een makkelijke manier aan te passen.
  • Zorg ervoor dat een personeelslid deze gegevens altijd kan (laten) aanpassen.
  • Gebruik een neutrale aanspreekvorm in e-mails en brieven. Bijvoorbeeld ‘Beste collega’ of ‘Geachte klant’ in plaats van ‘Beste meneer’ of ‘Geachte Mr (familienaam)’.
  • Spreek mensen rechtstreeks aan in teksten door ‘je’ of ‘u’ te schrijven en gebruik de meervoudsvorm om naar mensen te verwijzen. Vermijd het gebruik van ‘hij’, ‘zij’ of ‘hij/zij’.
  • Streef naar een gelijkaardige verhouding van afbeeldingen van mannen en vrouwen in verschillende interessegebieden.
  • Gebruik genderneutrale functiebenamingen (bv. verloskundige i.p.v. vroedvrouw).
  • Beschrijf competenties als gedrag, niet als persoonlijkheidskenmerken die gendergerelateerd zijn.
  • Gebruik genderneutrale pictogrammen.
  • … 

In het filmpje zagen we voorbeelden van deadnaming en misgendering.
Deadnaming: het door anderen bewust of onbewust blijven gebruiken van de geboortenaam van een trans persoon.
Misgendering: het aanspreken van of verwijzen naar een persoon met de verkeerde voornaamwoorden.

Deadnaming en misgendering gebeuren niet altijd kwaadwillig of bewust. Het is echter belangrijk om mensen hierop te wijzen en te kaderen dat het kwetsend kan zijn om iemand aan te spreken op een manier waarop die zichzelf niet zien. Op deze manier kunnen ze hieruit leren en een volgende keer op een meer respectvolle manier reageren. 

Reflectie oefening: trans man Maarten
In een eerdere oefening bespraken we Maarten, die zich enkele maanden geleden outte als trans man. Wat zou je als organisatie kunnen doen om Maarten hierin zo goed mogelijk te begeleiden?

Sta even stil bij volgende vragen:

  • Zijn de procedures in jouw organisatie aangepast zodat werknemers van genderrol kunnen veranderen op de werkvloer?
  • Zijn er inclusieve faciliteiten op de werkvloer?
  • Hoe ondersteunt jouw organisatie werknemers die een transitie ondergaan?
  • Kunnen trans personen terecht bij een vertrouwenspersoon om te bespreken hoe ze hierover kunnen communiceren met hun leidinggevende en/of directe collega’s? Zijn vertrouwenspersonen opgeleid om vragen hierrond te behandelen?

Inclusieve faciliteiten: de toiletruimte bijvoorbeeld
Er is een meer inclusieve afbeelding om een toiletruimte aan te duiden dan wat we nu gebruiken.

De afbeelding die we kennen.

De afbeelding die inclusiever is.

Dit is een voorbeeld van een inclusieve toiletruimte en verschillende inclusieve iconen en indicatoren.

Waarom is dit een inclusieve toiletruimte?

  • Er is één ingang voor alle toiletten.
  • De toiletten krijgen een pictogram van een WC (dus geen man of vrouw) en de urinoirs krijgen een pictogram van een urinoir (dus geen man).
  • Alle WC-ruimtes, ook de urinoirs, zijn afgesloten.
  • Er is een luiertafel in de ruimte, zodat iedereen gemakkelijk en zonder schaamte hun baby kunnen verschonen.
  • Er is ook een kindertoilet en een toilet voor personen met een handicap aanwezig in dezelfde ruimte.